woensdag, januari 09, 2008

Niet in eigen kracht


Stel je eens voor: over het water lopen net als Petrus! Geweldig! Tegen alle natuurwetten in gaan en laten zien dat onze God echt groter is dan de zwaartekracht! Ik heb het ook wel een paar keer geprobeerd, maar iedere keer weer ging ik kopje onder. Het lukte maar niet. Gelukkig was het grootste wonder niet dat Petrus over het water kon lopen, maar dat hij zijn eigen kracht had afgelegd. En dat wonder is te leren!

22 En [terstond] dwong Hij de discipelen in het schip te gaan en Hem vooruit te varen naar de overkant, totdat Hij de scharen zou hebben weggezonden. 23 En toen Hij de scharen weggezonden had, ging Hij de berg op om in de eenzaamheid te bidden. Bij het vallen van de avond was Hij daar alleen.


Moet je nagaan: Jezus, altijd met mensen om Zich heen, doet moeite om alle mensen weg te sturen. Zelfs Zijn discipelen worden het water op gezonden. Sterker nog, zij worden als eerste weggestuurd en dan zendt Hij de overige mensen pas weg. En wat doet Hij? Hij zoekt de eenzaamheid op. In alle stilte gaat Hij op een berg zitten met uitzicht over het meer en de sterren. Wat een prachtig uitzicht moet dat zijn geweest!


24 Doch het schip was reeds vele stadiën van het land verwijderd, geteisterd door de golven, want de wind was tegen.


De discipelen hadden duidelijk gehoord van Jezus dat ze het meer op moesten gaan en toch zaten ze nu erg in de problemen… Enorme tegenwind, hoge golven. Wat beangstigend! Hoe vaak hebben wij dat niet? Je hebt iets gehoord van God en gaat ervoor, maar toch lijkt alles tegen te zitten. Je begint gelijk te twijfelen: heb ik het wel goed verstaan? Klopt het wel wat ik hoorde? Zou ik iets fout gedaan hebben waardoor God nu niet meer wil of kan werken?


25 In de vierde nachtwake kwam Hij tot hen, gaande over de zee.


Jezus, met uitzicht over het meer en dus ook over de boot met de discipelen, doet eerst niets als Hij ziet dat de discipelen in moeilijkheden zitten. Helemaal niets. Hij ziet wat er gebeurt en blijft op de berg zitten. Dat kan heel hypocriet overkomen, maar dat is het niet. Hij heeft daar namelijk een heel goede reden voor. Wat zullen de discipelen nu gaan doen? Ik ben niet zo thuis in de zeilwereld, maar waarschijnlijk doen ze er eerst alles aan wat ze zelf kunnen, om niet om te slaan met de boot: zeilen laten zakken, tegen de golven in gaan liggen en met man en macht proberen die boot maar overeind te houden. Alles in eigen kracht…Natuurlijk helpt dat niet: de wind blijft en die golven lijken alleen maar groter te worden. De discipelen worden nog banger. Hoe zal dit aflopen? Of in ons geval: wat doe je als dingen niet gaan zoals je verwacht had? Wat als je je huis kwijt raakt? Wat als alles waar je ooit in geloofde toch niet alles blijkt te zijn wat er is? Wat als je (schijn-)veiligheid als een kaartenhuis in elkaar dreigt te zakken? Of als er maar geen verandering te zien is in je omgeving waar je al zo lang voor aan het bidden bent? Verlies je het vertrouwen in Hem en ga je manieren bedenken om het zelf op te lossen?

In de vierde nachtwake komt Jezus dan toch. Helemaal aan het einde van de nacht. Op het laatste moment dus eigenlijk. Wanneer alle eigen kracht is afgelegd en de discipelen niets anders meer kunnen dan het over te geven en af te wachten. Als de discipelen tot de conclusie komen dat ze het zelf gewoon niet kunnen, komt Jezus en wil helpen. Dan krijgt Hij alle ruimte om te doen wat Hij wilt doen. Maar wat doen wij?


26 Toen de discipelen Hem over de zee zagen gaan, werden zij verbijsterd en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van vrees.


Komt er eindelijk échte hulp, (h)erkennen we Hem niet… Sterker nog: we zijn bang voor Jezus. De Man met wie we al een tijd dag en nacht optrekken, die we misschien wel wonderen hebben zien doen en die we (zeggen te) volgen, herkennen we niet! Onze Heer en Meester herkennen we niet... In plaats daarvan gaan we Hem beschuldigen. Het is een spook! Het is nep! Het is van satan! Wat een vertrouwen... “Dit hebben we nog niet eerder gezien, dus kan het niet God zijn.” Sinds wanneer weten wij meer dan God?


27 Terstond sprak [Jezus] hen aan en zeide: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd!


Maar die beschuldiging en dat wantrouwen maakt Jezus niet veel uit. Hij blijft vol liefde en stelt ons gerust. ‘Terstond’ is hetzelfde als ‘gelijk’. Direct na die opmerking dat Hij een spook zou zijn, stelt Hij de discipelen gerust. Wat een lieve Heer hebben wij!


28 Petrus antwoordde Hem en zeide: Here, als Gij het zijt, beveel mij dan tot U te komen over het water. 29 En Hij zeide: Kom! En Petrus ging uit het schip en liep over het water en ging naar Jezus.


Petrus, een man die met hart en ziel voor Jezus gaat, zegt: “Here, als Gij het zijt” Nog steeds is er twijfel. Nog steeds weet hij niet zeker of het wel Jezus is. Maar goed, hij wil het zeker weten en wil gehoorzamen aan Hem. Als Hij het is natuurlijk…

Wanneer Jezus zegt dat Petrus mag komen, stapt hij de boot uit. Hij houdt zich niet nog even vast aan de reling (“Zou ik het doen of zou ik het toch niet doen?”), maar kijkt Hem in de ogen en stapt gelijk op Hem af. Vol geloof. Wow!


Het grootste wonder was niet dat Petrus over het water liep, maar dat hij alle eigen kracht overboord gooide en vol vertrouwen op Jezus afging. Als je alles van jezelf aflegt, zal God jou laten drijven. Dan zijn er wonderen mogelijk!


30 Maar toen hij zag op de wind, werd hij bevreesd en begon te zinken en hij schreeuwde: Here, red mij! 31 Terstond stak Jezus hem de hand toe en greep hem en zeide tot hem: Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?


En dan begint je omgeving moeilijk te doen en zie je de omstandigheden weer. Je begint te redeneren, het geloof zakt weg en jij gaat kopje onder in je eigen problemen. De oude mens die weer even boven komt om jou aan het twijfelen te brengen… “Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Dit kan toch nooit goed aflopen?” Je schreeuwt het uit naar Hem. En gelijk komt Jezus, grijpt je hand vast en trekt je boven water. “Lief kind, waarom twijfel je aan Mij?”


32 En toen zij in het schip geklommen waren, ging de wind liggen. 33 Die in het schip waren, vielen voor hem neder en zeiden: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!


De overige discipelen zien dat het goed afloopt en erkennen Jezus als Gods Zoon. Eind goed al goed zou je denken. Maar toch, zou je niet liever een Petrus zijn, die ook als de omstandigheden nog steeds uitzichtloos zijn, op Jezus vertrouwt en de boot durft te verlaten? Om je eigen zekerheid op te geven en maar gewoon die eerste stap te zetten… In geloof en met vertrouwen dat Hij je laat drijven. Kijkend in Jezus ogen!

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage