woensdag, december 10, 2008

Marcus 1:9 t/m 13


De doop en de verzoeking in de woestijn
9 En het geschiedde in die dagen, dat Jezus Nazaret in Galilea verliet en Zich door Johannes in de Jordaan liet dopen.

Zelfs Jezus liet zich dopen. In andere evangelien kun je lezen hoe Johannes daarop reageert en hoe Jezus handelt. Dit is het moment dat de bediening van Jezus begint. Hij staat achter ‘de doop van bekering en vergeving van zonden’ en ondergaat het zelf ook.

10 En terstond, toen Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemelen scheuren en de Geest als een duif op Zich nederdalen. 11 En een stem [kwam] uit de hemelen: Gij zijt mijn Zoon, de geliefde; in U heb Ik mijn welbehagen.

Vanaf dat moment scheurden de hemelen (er zijn 3 hemelen: de eerste hemel is dat wat wij kunnen zien: sterren, zon, enz. De tweede hemel is het rijk waar satan heerst en de derde hemel is de hemel waar God heerst) Als iets scheurt, is het niet mogelijk om het nog weer aan elkaar te krijgen; het is als het ware voorgoed open. Zo is het nu ook met de hemelen: God is dichtbij gekomen. Dat gebeurde allemaal op het moment dat de Here Jezus zich liet dopen.
De heilige Geest kwam als een duif. Jezus wordt op dit moment als het ware gezalfd:
God de Vader bevestigt de identiteit en bediening van Zijn Zoon, net zoals Hij vandaag de dag nog bij ons kan doen. Hij spreekt het uit, waardoor het vanaf dat moment vast staat dat het gaat gebeuren. In de hemelse gewesten (de hemelse rijken die wij niet kunnen zien: de tweede en derde hemel) is het er al, onder de eerste hemel (de zichtbare wereld) zal het ook te zien zijn. In de Bijbel zie je dat God vaak dingen zegt door profeten heen die gaan gebeuren. Bijvoorbeeld bij David. Hij was een arme herdersjongen die eigenlijk niet eens meetelde als volwaardig lid van de familie. Maar de profeet Samuel kwam in opdracht van God naar hem toe en zalfde hem met olie. Olie staat voor Gods Geest (in dit verhaal de duif die nederdaalt) en Samuel sprak de bestemming en identiteit van David uit als koning van Israel. Het duurde daarna nog een hele tijd voordat het in de zichtbare wereld te zien was, maar voor God stond het vanaf dat moment vast dat het ging gebeuren. Zo ook hier bij Jezus.

12 En terstond dreef de Geest Hem uit naar de woestijn. 13 En Hij werd in de woestijn veertig dagen verzocht door de satan en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.

Nadat God de bestemming/doel van het leven van Jezus had uitgesproken, werd Hij naar de woestijn gebracht. In de woestijn is het warm, droog, eng, hongerig, dorstig en eenzaam. Deze dingen gebruikte God om Jezus te helpen groeien in zijn bestemming. Net als David moest Jezus door een moeilijke periode om klaar gestoomd te worden voor het werk dat Hij zou gaan doen. Veertig dagen moest Hij in de woestijn blijven waarin satan probeerde Hem onderuit te halen. Dat lukte natuurlijk niet (zie ook de andere evangeliën hoe Jezus het van satan won). Waar ‘de wilde dieren’ precies voor staan, zijn de geleerden nog niet over uit. Sommigen denken dat het gewoon betekent dat er letterlijk wilde dieren waren. Geen rare gedachte als je weet wat voor dieren er in de woestijn leven… Maar anderen denken dat hier de demonen mee bedoeld worden. Ook geen rare gedachte, aangezien dat ook voorkomt in de andere evangeliën over deze verzoekingen in de woestijn en dezelfde uitdrukking gebruikt wordt in meerdere bijbelboeken om demonen aan te duiden. Als dat laatste het geval is, zie je dat er duidelijk een strijd is tussen twee partijen: satan en zijn demonen en Jezus en Zijn engelen.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage